Boerenkool is een bladvorm van wilde kool zonder kop die verkrijgbaar is in verschillende vormen, maten en kleuren, zoals blauwgroen, geelgroen, wit, rood of paars. De standaard boerenkool die we meestal in de supermarkt vinden, is bleek tot diepgroen met grote bladeren met ruches en lange stelen. Het is winterhard en vezelig als het volgroeid is, en zacht genoeg om als rauwe salade te worden gebruikt als het jong is. De lichtgroene stengels zijn taai en worden meestal verwijderd, terwijl de strak gekrulde bladeren taai en toch sappig zijn. Afhankelijk van de variëteit kan boerenkool soms pittig zijn, soms wat zoet en meestal licht bitter. Over het algemeen biedt boerenkool een aardse smaak met een nootachtige zoetheid die wordt geaccentueerd tijdens het koken.

Voedingswaarde

Boerenkool is rijk aan antioxidanten en zit boordevol vitamine A, E, K en B, vooral foliumzuur. Het heeft een behoorlijke hoeveelheid eiwit en ijzer, en heeft meer vitamine C dan andere bladgroenten. Het bevat ook veel vezels en bevat meer calcium, gram voor gram, dan een kopje melk. Onderzoekers hebben zelfs ontdekt dat de fytochemicaliën in boerenkool de groei van kankercellen kunnen remmen. Het is belangrijk op te merken dat je het niet moet overdrijven met rauwe boerenkool, omdat het, net als andere kruisbloemige groenten, kleine hoeveelheden stoffen bevat die de functie van onze schildklier kunnen beïnvloeden. Deze stoffen worden inactief tijdens het koken, dus als je bestaande schildklierproblemen hebt, is het het veiligst om gekookte boerenkool te gebruiken. De meesten van ons vinden het prima als we ons houden aan bescheiden hoeveelheden rauwe boerenkool, zoals een handvol, zelfs dagelijks.

Seizoenen/Beschikbaarheid

Boerenkool is het hele jaar door verkrijgbaar met een hoogseizoen in de winter.